Brillen zijn tegenwoordig een alledaags hulpmiddel voor mensen met een verminderd gezichtsvermogen. Maar wanneer zijn brillen eigenlijk uitgevonden? Het antwoord op deze vraag is niet zo eenvoudig als het lijkt, omdat er verschillende theorieën zijn over de oorsprong van brillen.
Theorieën over de uitvinding van brillen
Er zijn verschillende theorieën over de uitvinding van brillen. Een van de meest geaccepteerde theorieën is dat brillen werden uitgevonden in Italië in de 13e eeuw. Volgens deze theorie werd de eerste bril uitgevonden door een Venetiaanse glasblazer genaamd Salvino D’Armate. Hij zou twee glazen hebben gemaakt die aan elkaar waren bevestigd door een metalen frame, waardoor de drager beter kon zien.
Een andere theorie is dat de uitvinding van brillen te danken is aan de Arabische wetenschapper Alhazen. Hij leefde in de 11e eeuw en schreef een boek over optica genaamd “De aspectibus”. In dit boek beschreef hij hoe een bolle lens kon worden gebruikt om het gezichtsvermogen te verbeteren. Het is mogelijk dat deze kennis later werd gebruikt om brillen te maken.
Een derde theorie is dat de uitvinding van brillen te danken is aan de Chinese geleerde Shen Kuo. Hij leefde in de 11e eeuw en beschreef in zijn boek “Mengxi Bitan” hoe hij een bril gebruikte om beter te kunnen lezen. Het is echter niet duidelijk of hij de bril zelf heeft uitgevonden of dat hij deze heeft geïmporteerd uit een ander land.
De evolutie van brillen
Ongeacht wie de eerste bril heeft uitgevonden, is het duidelijk dat brillen door de eeuwen heen zijn geëvolueerd. In de middeleeuwen werden brillen voornamelijk gebruikt door geleerden en monniken om boeken te lezen. Deze brillen hadden vaak een metalen frame en waren erg zwaar.
In de 18e eeuw werden brillen populairder en begonnen ze te veranderen. De frames werden lichter en er werden nieuwe materialen gebruikt, zoals hoorn en walvisbeen. Ook werden er verschillende soorten lenzen ontwikkeld, zoals bifocale lenzen die zowel voor veraf als dichtbij konden worden gebruikt.
In de 19e eeuw werden brillen nog verder ontwikkeld. Er werden nieuwe materialen gebruikt, zoals celluloid en acetaat, en er werden nieuwe stijlen geïntroduceerd, zoals de pince-nez en de monocle. Ook werden er nieuwe lenzen ontwikkeld, zoals de torische lens voor mensen met astigmatisme.
In de 20e eeuw werden brillen nog verder ontwikkeld. Er werden nieuwe materialen gebruikt, zoals plastic en titanium, en er werden nieuwe stijlen geïntroduceerd, zoals de aviator en de wayfarer. Ook werden er nieuwe lenzen ontwikkeld, zoals de multifocale lens voor mensen met presbyopie.
Conclusie
Hoewel er verschillende theorieën zijn over de uitvinding van brillen, is het duidelijk dat brillen door de eeuwen heen zijn geëvolueerd. Van de zware metalen frames van de middeleeuwen tot de lichte plastic frames van vandaag, brillen zijn een belangrijk hulpmiddel geworden voor mensen met een verminderd gezichtsvermogen. En met de voortdurende ontwikkeling van nieuwe materialen en technologieën, is het waarschijnlijk dat brillen nog verder zullen evolueren in de toekomst.